In het noordwesten van Italië ligt als belangrijke wijnregio Piëmonte, letterlijk ‘aan de voet van de berg’. De bekendste wijnen die hier vandaan komen, zijn zonder twijfel Barolo en Barbaresco. Wijnen die beide geproduceerd worden van de nebbiolo druif. Nebbiolo is een inheems druivenras dat in Piëmonte al eeuwenlang is aangeplant. De naam ervan verwijst naar de ochtendnevel die in de herfst opkomt van de rivier de Tanaro. 
Het Barbaresco gebied ligt ten oosten van de stad Alba en het Barolo gebied ligt ten zuidwesten  van deze stad.

Aan de westkant van de rivier Tanaro ligt een minder bekende streek: Roero. Grof gezegd, vind je Roero tussen Canale in het noorden en Bra in het zuiden. Roero kent twee DOCG’s, namelijk Roero DOCG voor rode wijnen die voor 95% moeten bestaan uit nebbiolo druiven en Roero Arneis DOCG die voor 95% moet bestaan uit de witte druif arneis.

Het klimaat is er zomers warm tot heet; in de herfst vaak nevelig en in de winter koud. De bodem bestaat uit zand en mergel wat er mede voor zorgt dat de wijnen wat fijner van structuur zijn dan de grote broers Barolo en Barbaresco.

De witte druif arneis is hier al geruime tijd aangeplant en kent in de laatste decennia een duidelijke kwalitatieve verbetering. Pas vanaf 1970 werd de focus gericht op arneis als wijndruif. Daarvoor stond arneis bekend als de ‘witte nebbiolo’ die werd aangeplant aan de randen van de nebbiolo wijngaarden om de vogels te verleiden  de zoete arneisdruiven te eten in plaats van de nebbiolo druiven. De aanplant van arneis was in 1970 nog slechts 10 hectare, terwijl arneis nu met 830 hectare de meest aangeplante druif van Roero is.

Roero Arneis kenmerkt zich door een niet te hoge zuurgraad en frisse aroma’s van wit fruit, perzik, peer, kruidigheid en amandel. Deze wijn is door zijn intensiteit heerlijk als aperitief, maar ook perfect als begeleideer van een smaakvolle risotto, pasta gerechten en vis.
Zeker het genoegen van het proberen waard. Een prachtig voorbeeld van deze wijn wordt geïmporteerd door Vinocerf